Geboren op 4 december 1899

Overleden op 31 juli 1940

“Despite all my experiences, I’m stupid enough to believe in humanity”

Elfriede als kind

Anna Frieda was geboren in 1899 als een kind van commercieël medewerker Gustav Wächtler en de uit Bohemen afkomstige Maria Zdenka. Toen ze gedoopt werd koos ze ervoor om de naam Elfriede te gebruiken. Haar broertje werd kort daarna geboren.

Van af een jonge leeftijd is ze geïnteresseerd in het maken van kunst. Haar vader was het daar echter niet mee eens en dit leidde tot vele ruzies tussen de twee. Dit zorgde ervoor dat Elfriede in jaar 16e levensjaar op haarzelf ging en op haar 18e jaar het contact verbrak met haar ouders.

Elfriede als student

In 1915 ging ze naar de Koninklijke school voor Toegepaste Kunsten in Dresden. Ze begon met de modeklas maar in 1916 koos ze voor andere lessen, waaronder grafische vormgeving maar ook om cursussen van de kunstacademie te volgen in tekenen en schilderen. Tijdens deze cursussen kwam ze in aanraking met de Dresden Succesion group 1919, waar ze als enig vrouwelijk lid deel van uitmaakte. Hier leerde ze o.a. Otto Dix, Otto Griebel en Conrad Felixmüller kennen.

Na haar opleiding ging ze werken in het atelier van Felixmüller in het stadscentrum. Hier kwam ze snel aan het werk door ansichtkaarten, batik, litho’s en illustratiewerk te maken.

Elfriede als een geliefde

Otto Dix en Conrad Felixmüller hadden een goede vriend genaamd Kurt Lohse. Hij was een operazanger en een schilder waar Elfriede op verliefd werd. En Kurt ook op haar, want in 1921 zijn ze het huwelijksbootje ingestapt. Dit zorgde ervoor dat ze verhuisde naar Hamburg, omdat Kurt daar een baan aangeboden kreeg in het koor.

Deze relatie was op zijn zachtst uitgedrukt, slecht. In de jaren dat ze bij elkaar waren ging het meerdere keren uit.

Tussen 1927 en 1930 verwekte Kurt drie kinderen bij een andere vrouw. Kurt werkte toen als een docent en schilderijen van Elfriede aan zijn studenten om overheen te schilderen.

In 1935 ging het echtpaar scheiden, waarna zowel Kurt als Elfriede stopten met schilderen om redenen die later duidelijk worden.

Elfriede als een Duitser in het interbellum

Geboren en getogen in Duitsland, dat maakt Elfriede een Duitser. Om haar leven beter te begrijpen is het van belang om het politieke klimaat in haar tijd te begrijpen. In 1918 had Duitsland de wereldoorlog verloren en kwam er een document genaamd “De vrede van Versaille”. In dit document wordt Duitsland verantwoordelijk gehouden voor de aangerichte schade, het doel ervan was om Duitsland zo te verzwakken dat er geen nieuwe oorlogen zouden komen.

In 1921 werd bekend dat het bedrag van de herstelbetalingen 132 miljard goudmark zou zijn (vandaag de dag is dat 1750 miljard euro). Duitsland kon dit niet betalen waardoor Frankrijk het Ruhr-gebied bezette, waar het economisch hart van Duitsland lag. Het zorgde voor een hyperinflatie.

Amerika, doorhebbende dat Duitsland niet meer ging betalen en zich schrap zette om het Ruhr-gebied terug te nemen, stelde het Dawesplan op om een oorlog tegen te gaan, de herstelbetalingen door te laten gaan en rente te verdienen.

Het verdrag werd gezien als een zware vernedering voor Duitsland. Grondgebied werd ingeperkt, waaronder haar koloniën. Het leger werd verkleind en de wapens afgenomen. Daarnaast moest Duitsland haar schuld betalen voor de oorlog, waar ze mee instemde voordat ze wist hoeveel het zou worden. 

Het ging goed met Duitsland tot 1929, waarbij er in Amerika een grote crisis uitbrak en het geld dat Duitsland kreeg werd dringend teruggevorderd. De crisis in Amerika kwam naar Duitsland en sloeg om zich heen. Faillissementen van banken en een golf aan werkloosheid zorgde voor een groei naar de extreme kanten van de politiek. 

Dit is hoe de NSDAP aan de macht kwam, door een sterk Duitsland neer te zetten waar andere landen bang voor zijn.

Elfriede in 1929

Dit is een bewogen jaar voor haar geweest. Haar man gaf haar geld uit aan zijn kinderen met een andere vrouw. De hyperinflatie kwam terug als nooit tevoren en Elfriede leefde in armoede. Dit leidde ertoe dat ze een zenuwinzinking kreeg waarvoor ze werd opgenomen in de psychiatrische inrichting Hamburg-Friedrichsberg.

In de twee maanden dat ze daar was heeft ze 60 werken gemaakt, ongeveer een per dag. De onderwerpen van haar werken waren haar medepatiënten, die nu bekend staan als de “Friedrichsberge-Köpfe” en zijn daarmee eeuwig zichtbaar. Critici waren zeer enthousiast omdat het dagelijks leven van een vergeten groep werd gepresenteerd.

Na haar herstel beleefde ze haar creatiefste periode. Ze schilderde de havenstad, prostituees, arbeiders en compromisloze zelfportretten. Hierdoor werd ze een bekend begrip in Hamburg. Ze heeft meegedaan aan meerdere tentoonstellingsdeelnames waaronder solotentoonstellingen.  Toch was dit niet genoeg om uit armoede te komen. En besloot ze terug bij haar ouders te gaan wonen.

Elfriede als patiënt

Door oude familieconflicten, waaronder dat ze contact had verbroken, verslechterde haar mentale stand zo erg dat haar ouders haar naar de psychiatrische inrichting brachten in 1932. Dit is het jaar dat de NSDAP de meeste stemmen kreeg in Duitsland.

Vanuit locatie een wordt ze verplaatst naar het staatssanatorium Arnsdorf. Hier wordt ze gediagnosticeerd met schizofrenie. Beperkt in haar vrijheid heeft ze tevergeefs gesmeekt om vrijgelaten te worden, zeggende dat ze gek werd van het gekakel van de vrouwen op haar zaal. Echter mocht ze wel zelfstandig naar buiten en pakte die kans om foto’s te maken, deze foto’s zijn niet openbaar gemaakt.

Elfriede als 'schizofreen'

Om haar goed te begrijpen is het van belang om de achtergrond te weten. De DSM, diagnostic and statistic munual for mental disorders fifth edition, is een groot boek waarin stoornissen staan omschreven om patiënten en mentale zorgprofessionals te helpen. Dit gebeurt door duidelijke criteria op te stellen waaraan iemand moet voldoen om een diagnose te krijgen. Tegelijk wordt er ook omschreven waar een patiënt baat bij heeft.

De DSM verandert ook omdat er onderzoek gedaan wordt naar de stoornissen, zo wordt ervoor gezorgd dat de hulp adequater wordt. De eerste versie kwam uit in 1952 en de meest recente uit 2013.

Elfriede was gediagnosticeerd in 1932, twintig jaar voordat de DSM uit kwam. Dit betekent dat het beeld wat wij nu met het woord schizofrenie hebben niet hetzelfde is als wat wij denken, er zit immers meer dan 90 jaar tussen.

De oudste vorm van schizofrenie is Dementia Praecox. Er werd uitgegaan dat de diagnose bij dementie hoorde als een vorm die bij een jongere leeftijd optrad en mensen niet beter konden worden.

Dan komt de eerste persoon die het woord ‘schizofrenie’ heeft gebruikt, Eugen Bleuler, in 1908. De naam kan vertaald worden naar gespleten geest. Volgens hem waren er vier domeinen waaraan je schizofrenie kan herkennen:

  • Affectvervlakking: Verminderde of afgevlakte emotionele respons.
  • Autisme: Terugtrekking uit de realiteit en een voorkeur voor de innerlijke fantasiewereld.
  • Associatieverstoring: Onsamenhangend of verstoord denken.
  • Ambivalentie: Tegelijkertijd tegenstrijdige gevoelens of gedachten hebben
Om dit in context te plaatsen, dit zijn de kenmerken van schizofrenie uit de DSM-5 uit 2013:
  • Hallucinaties: waarnemingen zonder een externe prikkel. Iemand die een hallucinatie heeft, denkt iets te horen, zien, ruiken, proeven of voelen dat er niet is.
  • Wanen: ideeën of overtuigingen die niet kloppen. De persoon houdt sterk vast aan deze ideeën en is vaak niet gevoelig voor logische tegenwerpingen
  • Desorganisatie: een onvermogen om orde aan te brengen. Dat kan zich voordoen op het terrein van denken, handelen of emoties.
Kijkend naar het verschil van 105 jaar in de psychiatrie durf ik, als een student cultureel erfgoed met een levenslange interesse in de psychologie, te stellen dat Elfriede in deze tijd niet gediagnosticeerd zou worden met schizofrenie. Als twee personen deze kenmerken zouden belichamen, dan zouden er twee verschillende mensen staan.

Elfriede vanaf 1935

Dit is het jaar dat ze officieel scheidt van Kurt Lohse.

Met haar diagnose en nieuwverworven vrijheid als een alleenstaande vrouw viel Elfriede onder de “wet ter voorkoming van erfelijk zieke nakomelingen”, ook wel bekend als de nazi-eugenetica of in het Duits de ‘Rassenhygiene’. In juni kreeg ze de oproep om gesteriliseerd te worden. Samen met haar ouders en haar broertje verzetten ze zich. Dit leidt ertoe dat haar ouders spreken met Martin Mutschmann, de nazileider van de deelstaat Saksen, zonder succes.

Dit heeft de nazi’s niet gestopt, in december 1935 is ze gedwongen gesteriliseerd. Dit tastte haar aan op manieren die niet goed uit te drukken is In een brief naar haar moeder schreef ze “Ik was Frieda, 20-12-35 verdrietig”. Haar persoonlijkheid was aangetast, ze zocht geen contact meer met familie en maakte geen kunst meer vanaf dat moment.

De jaren daarna waren niet beter, er zat geen drive meer in haar. Ze was niet meer wie ze hiervoor was, nog maar een schaduw van haarzelf. Omdat ze niets meer deed kreeg ze in 1939 een speciaal dieet van pap wat de honger niet stilt. Dit deed de nazi partij om geld over te houden voor dingen die hun wel belangrijk achtten.

Al 4 jaar lang heeft Elfriede op dit punt geen kunst meer gemaakt. Als een chronische zieke patiënt die niet kon werken, werd haar naam toegevoegd aan het Aktion T4 plan. Dit was het plan om de geesteszieken in Duitsland uit te roeien.

In de zomer werd ze meegenomen naar het ziekenhuis Arnsdorf, waar ze in 1929 was opgenomen. Hier heeft ze mensen gezien die weggestuurd werden en daarna niet meer terugkwamen, deze mensen eindigden in het moordcentrum Pirna-Sonnenstein.

Op 31 juli was het Elfriede’s dag om in de bus te stappen naar Pirna-Sonnenstein, samen met 33 mannen en 52 vrouwen, dit was het vierde patiënten transport van Arnsdorf naar het moordcentrum.

Wat er hierna is gebeurd is niet bekend, er wordt vanuit gegaan dat ze dezelfde dag is vermoord. Zoals bij velen uit Arnsdorf bestond de doodsoorzaak uit ‘longontsteking met hartklachten’. In Pirna-Sonnenstein zijn gaskamers gevonden waar koolstofmonoxidegas in gepompt werd. In het jaar dat Pirna-Sonnenstein voor deze doeleinde werd gebruikt, zijn meer dan 13.000 psychiatrische kwetsbare mensen vermoord.

Elfriede’ heeft geen graf omdat haar lichaam nooit gevonden is. Wel heeft ze een permanente tentoonstelling op de gedenkplaats Pirna-Sonnenstein, een gedenksteen in Arnsdorf, een rozentuin op de plek waar vroeger Friedrichsberg stond, haar werken wat de nazi partij hebben overleefd en een struikelsteen.

Bronnenlijst:

Barlach Haus, “An exceptional artist” (versie 18-12-24). https://www.kettererkunst.de/bio/elfriede-lohse-wachtler-1899.php.

Barlow, D., Clinical Handbook of Psychological Disorders Fifth Edition. New York: The Guilford Press, 2013.

Bleuler, E., Dementia Praecox or the Group of Schizophrenias. New York, 1911. https://philpapers.org/rec/BLEDPO-2.

De Vries, F., “vernietigingsinstituut Pirna-Sonnenstein”. https://www.tracesofwar.nl/sights/3048/Vernietigingsinstituut-Pirna-Sonnenstein.htm.

Kahmen, A., “Great women # 54 Elfriede Lohse- Wächtler”, Lemondedekitchi (blog), (17-03-16), https://lemondedekitchi.blogspot.com/2016/03/great-women-54-elfriede-lohse-wachtler.html.

Kettererkunst, “Elfriede Lohse Wächtler 1899”. https://www.kettererkunst.de/bio/elfriede-lohse-wachtler-1899.php.

Lane, J., “Elfriede Lohse Wächtler”, Artthenandnow (blog), (22-12-14), https://art-now-and-then.blogspot.com/2014/12/elfriede-lohse-wachtler.html.

Lutz, P., “Elfriede Lohse Wächtler” (versie 30 november 2024). https://www.tracesofwar.nl/sights/3048/Vernietigingsinstituut-Pirna-Sonnenstein.htm.

Schiftung Sächsische gedenkstätten, “Test run for the ‘final solution’”. https://en.stsg.de/cms/node/798.

Swann Auctions Galleries, “sale 2500 – lot 481”. https://catalogue.swanngalleries.com/Lots/auction-lot/ELFRIEDE-LOHSE-W%C3%84CHTLER-Group-of-5-prints?saleno=2500&lotNo=481&refNo=754371.