De beroemdheid van Finland

Kindertijd

Helena Sofia Schjerfbeck werd geboren op 10 juli 1862 in Helsinki. (Later, na een reis naar Parijs, neemt ze de Franse uitspraak over, Helene.) Als Helene later terugkijkt op haar leven waren de vroegere jaren van haar leven eenzaam en kil, gekenmerkt door financiële zorgen, ziekte en dood. Ondanks dat was er één ding waar ze van genoot: tekenen. In 1873, toen Helene elf (!) jaar was, werd ze ingeschreven bij de Tekenschool van de Finse Kunstvereniging. 

Als kind was Helene te zwak om naar een gewone school te gaan, dus werd ze thuis geschoold door Lina (Elina) Ingman. Zij zag voor het eerst Helene’s talent en liet een aantal tekeningen zien aan de kunstschilder Adolf von Becker (1831-1909), een bestuurslid van de Finse Kunstvereniging. Hij zorgde voor een gratis plek in de Tekenschool van de kunstvereniging. Dit betekende veel, aangezien haar ouders alleen geld wilden besteden aan de scholing van Magnus, Helene’s oudere broer.

Finse kunst in de 19e eeuw

Tekenen en schilderen waren gangbare hobby’s voor mensen uit de middenklasse in die tijd, maar werd niet gezien als een serieuze carrièremogelijkheid, zeker niet voor vrouwen. Toch, tijden veranderden: vrouwen van Schjerfbecks generatie waren de eersten in Finland voor wie een professionele kunstcarrière breder toegankelijk werd. Maar in de 19e eeuw was de kunstwereld in Finland in handen van een klein aantal personen, die niet veel van kunst afwisten en zeker niet van moderne kunst. Ook was het nog niet geprofessionaliseerd, waardoor vrouwen relatief makkelijk een plek konden bemachtigen in de kunstwereld. Helaas waren er om die reden ook veel pogingen om de ‘vloed’ van vrouwen in de kunstwereld te verminderen.

Tekenschool

De tekenschool van de kunstvereniging bevond zich in een vervallen appartementencomplex, en ondanks de lessen was er niet veel uitdaging voor Schjerfbeck: dat kwam vooral door de conservatieve houding van de school en het schoolhoofd, B.O. Schauman (1821-1895). Hij had als hoofdcurator van de Kunstvereniging sterke meningen over kunst en hij (net als de meerderheid van zijn generatie) verkoos idealisme en vaderlandse sentimenten boven alles.

Op deze school ontmoet Schjerfbeck Helena Westermarck, Ada Thilèn en Maria Wiik, naar wie ze later verwijst als ‘De Schilderzussen’

Een Finse kunstenaar, schrijver en onderzoeker, die een belangrijke woordvoerster was van vrouwenemancipatie in Finland. (Wikipedia)

Werkte veel samen met Schjerfbeck, zo deelden ze meerdere keren een studio en gingen ze samen naar Parijs. Bekijk hier haar kunstwerken.

Ook een schilder, die vooral landschappen schilderde.

De privé-academie

In 1877 ging Schjerfbeck naar de privé-academie van Adolf von Becker. Hier waren zowel vrouwen als mannen welkom, maar, helemaal in Franse stijl, moesten vrouwen meer betalen terwijl ze minder les kregen. Deze omgeving van de Rijksuniversiteit en de Kunstkamer waren veel inspirerender voor Schjerfbeck dan de doffe tekenschool. 

Kat en konijnen, 1872, uit een schetsboek
Het hoofd van een vrouw, volgens Diaz de la Pena, 1877-1878
Meisje van Barösund, 1885-1890

 Debuut

In de lente van 1879 maakte Schjerfbeck haar debuut bij de jaarlijkse tentoonstelling van de Finse Kunstvereniging. Dit was een succes: ze won de derde prijs en critici vonden haar werk veelbelovend. Schjerfbeck was strategisch: historische schilderijen en schilderijen met nationalistische thema’s stonden op een hoog voetstuk in die periode. Schjerfbeck maakte dus een schilderij in die sfeer: ‘Gewonde strijder in de sneeuw’. Zo’n schilderij ten toon stellen was een gedurfde zet voor een jonge vrouw, dat blijkt later wanneer de mannen in de kunstwereld besluiten dat ze liever schilderijen van mannelijke schilders hebben, ‘want mannen begrijpen oorlog etc. veel beter dan vrouwen.’

Het schilderij werd overweldigend positief onthaald. Critici hadden hoge verwachtingen van de veelbelovende Schjerfbeck, in de hoop dat zij later meer schilderijen met soortgelijke thema’s zou maken. Het schilderij werd gekocht door de Finse Kunstvereniging en in de herfst van 1879 kreeg ze een reissubsidie van 1500 mark van de Keizerlijk Senaat.

Gewonde Strijder In De Sneeuw, 1880

In het buitenland

Schjerfbeck gaat in 1880 met de reissubsidie naar Parijs, waar ze geïnspireerd wordt door de stad en het platteland van Bretagne. Ze keert nog meerdere malen terug en reist later ook naar onder andere Londen en Florence. In de laatste stad ontstaat haar fascinatie met de renaissance. Ze exposeert in verschillende tentoonstellingen en wedstrijden, en wint prijs na prijs, onder andere in de Parijse Salon. 

De vriendschap en jaloezie van Reuter

De eerste biografie over Schjerfbeck werd in 1951/1953 geschreven door Einar Reuter (1881-1968). Hij was een boswachter en amateurschilder die een kleine verzameling van Schjerfbecks schilderijen in bezit had. Hij begon over haar te schrijven onder het pseudoniem H. Ahtela en bezocht Schjerfbeck voor het eerst in 1915 toen ze met haar moeder in Hyvinkää woonde. Door hun gedeelde interesses ontwikkelden ze daarna ontwikkelden een hechte vriendschap.
(Samen met Bernhard Häkli richtten ze de groep Vapaat (Vrij) op. Maar toen Schjerfbeck (‘de ziel van de groep’) bij hun tentoonstellingen in Helsinki het populairst was, verloor Reuter zijn ambities en vernielde een aantal van zijn schilderijen.)
Later in de biografie over Schjerfbeck beschrijft hij haar als ‘een kwetsbare en eenzame kluizenaar’, die haar leven spendeerde in haar eigen (droom)beeld van schoonheid, geïsoleerd van het ‘echte leven’, en dat ze alleen leefde door en voor haar kunstwerken. 
Dit was vanzelfsprekend niet het beeld van Schjerfbeck van zichzelf had, maar de woorden van deze man waren zo toonaangevend dat ze tot jaren na Helene’s dood invloed hadden op het beeld wat mensen van haar hadden.
Toch was er in de relatie tussen Schjerfbeck en Reuter veel meer aan de hand, dat wordt verteld in de biografie van Marja Lahelma. (zie bronnen)

 

Bronnen