‘Hebt gij mijn Moeder ook gezien? Ik zag haar niet in lang. Nu ben ik bang dat zij mij is ontgaan, dat zij mij zoekend is voorbijgegaan terwijl ik sliep en in mijn droomen om haar riep.’ Het zijn de eerste paar regels van een gedicht geschreven door een kunstenares die zeer productief was in de twintigste eeuw. Ze heeft haar stempel kunnen zetten in de Nederlandse kunstgeschiedenis en diende als voorbeeld voor toekomstige kunstenaressen.
Maria Elisabeth Georgina Ansingh, beter bekend als Lizzy Ansingh, werd geboren op 3 maart 1875. Al snel na haar geboorte verhuisde het gezin naar Amsterdam in een prachtig grachtenpand. Ze groeide op in een gezin van vier; haar vader Edzard Willem Ansingh die werkzaam was als apotheker, haar moeder Clara Theresia Schwartze die veel tijd doorbracht in rusthuizen en haar zusje Theresia Peizel-Ansingh. De familie van haar moederskant (wiens achternaam al als hint dient) is er één die vele grote kunstenaars heeft voortgebracht. Lizzy’s grootvader was de kunstschilder Johann Georg Schwartze, en haar twee tantes waren de beeldhouwster Georgine Elisabeth Schwartze en de portretschilderes Thérèse Schwartze. De laatstgenoemde heeft tijdens het leven van Lizzy een belangrijke rol gehad in haar creatieve vorming. Op zeventienjarige leeftijd verliet ze het ouderlijk huis en vertrok naar de overzijde van de gracht waar ze in trok bij haar tante Thérèse.
Het was bij Lizzy al vroeg duidelijk dat ook zij een talent had voor de kunsten. Op jonge leeftijd bracht ze veel tijd door in het atelier van haar tante Thérèse – van wie ze later ook haar eerste tekenlessen kreeg. De eerste tekeningen die ze maakten waren afbeeldingen van bijbelse taferelen. Dit was niet zo opmerkelijk, aangezien haar gezin sterk gelovig was. Naast de lessen van haar tante kreeg ze ook les van de schilder Gerard Overman.
In 1893 begon ze aan haar studie aan de Rijksacademie van Beeldende kunsten. Haar oog viel op de academie, omdat het in tegenstelling tot andere kunstacademies zekerheid bood voor een kwalitatieve opleiding. Op de academie kreeg ze onder andere les van de professoren: August Allebé., Nicolaas van der Waay en Carel Dake. Hoewel Lizzy studeerde aan de academie, had ze niet dezelfde mogelijkheden als de mannelijke studenten. Zo verkreeg Lizzy haar kennis van de anatomie van gipsafgietsel standbeelden uit de klassieke oudheid. En niet van naaktmodellen, dat in die tijd nog gezien werd als een vulgaire activiteit voor de vrouw.
Op de academie leerde ze andere vrouwelijke kunstenaars kennen, met wie ze een hechte band zou krijgen. Deze vriendenkring stond later bekend als de officieuze groep ‘de Amsterdamse Joffers’. De andere leden van deze club waren: Jo Bauer-Stumpff, Nelly Bodenheim, Maria van Regieren Altena, Coba Ritsema, Jacoba Surie, Betsy Westendorp-Osieck en Ans van den Berg. Gedurende haar tijd aan de academie nam Therese haar mee naar allerlei musea en tentoonstellingen, zowel in Nederland als in het buitenland. Tijdens deze reizen kwam ze voor het eerst in aanraking met de Franse impressionisten. Dit contact zou, net als de andere leden van de groep, de stijl van haar schilderen leiden tot het laat-impressionisme, waar zij allen bekend om stonden. Naast haar studie en reizen was Lizzy ook actief bij de vereniging Arti et Cimitea, dat in die tijd nog sterk gedomineerd werd door mannen. Later voegde zich ook bij de vereniging St. Lucas en Pulchri studio
Na haar afstuderen werkte ze vooral aan schilderijen van stillevens, tropische vogels uit Artis en portretten van verschillende formaten. Na enige tijd begon Lizzy met het schilderen van poppen, het idee hiervoor kwam van Thérèse. In een korte tijd kocht ze een grote hoeveelheid diverse poppen. In het begin waren de portretten gebaseerd op composities die ze heeft op de academie en moralistisch verhalen, vaak afkomstig van het Christelijk geloof. Maar rond 1910 verandert haar werk, de invloeden van het impressionisme waren steeds meer zichtbaar. Ook is er een nieuwe inspiratiebron die haar werk sterk beïnvloed. Net als de postimpressionist Vincent van Gogh, was Lizzy geïnspireerd door de prachtige prenten uit Japan. Met haar kunstwerken ontpopt ze een nieuwe stijl in Nederland: ‘Poppenportretten’.
Hieronder zijn twee schilderijen te zien waarop de verandering in Lizzy’s stijl duidelijk is weergegeven. Het linker portret, genaamd de ‘De zeven hoofdzonden’, is een strakke compositie, geschilderd met de technieken van de academie. Ook is het onderwerp nog gerelateerd aan het Christelijk geloof. Het rechter schilderij laat twee verandering zien: het impressionisme en de Japanse invloed. De weergave van het kind op de karper, spelend met vlindertjes, is bijna een kopie van de Japanse prenten uit die tijd. Daarnaast is het schilderij, rondom het kind, geschilderd met grove streken en is het licht- en kleurspel van belang om een nadruk, sprookjesachtig, te geven.
Over de betekenis van de portretten valt nog wel het een en ander te betwisten. Zo werd het werk van Lizzy op een expositie in 1941 in Den Haag bestempeld als humoristisch. Dit kan komen door haar geestige persoonlijkheid, die is weergeven op de schilderijen. Maar in een column over de tentoonstelling ‘De poppenwereld van Lizzy Ansingh’ geschreven door Clarien van Harten, schrijft ze dat Lizzy eerder haar emoties wilde verbergen dan laten zien. Wat wel zeker is, is dat ze een erg gewaardeerde kunstenares was. Dit is ook terug te zien bij de recensies van kunstcritici. Op een tentoonstelling in Kunstzalen Heerkens Thijssen in 1947 werden zij en haar zusje Theresia, bekend als ‘Sorella’, bestempeld als ‘schilderessen van formaat’. Ook spreken kunstenaressen in de jaren zeventig over hoe Lizzy en de rest van de Amsterdamse Joffers een voorbeeld voor hun waren.
Vandaag de dag zijn de werken van Lizzy Ansingh nog steeds te bezichtigen en met wat geluk en geld is er zelfs de mogelijkheid een werk van haar te bezitten. Het poppenhuis dat op diverse werken als decor diende is in het bezit van Museum Arnhem – momenteel te leen aan het erfgoedcentrum Rozet. Met de toenemende waardering voor kunstenaressen, mag het verhaal van Lizzy zeker niet ontbreken. Ze heeft tijdens haar leven vele werken, vol veranderingen, gemaakt, die hebben gezorgd voor nieuwe waarderingen in de Nederlandse kunstgeschiedenis en als voorbeeld diende voor een toekomstige generatie.