“Lieve god, laat mij alsjeblieft niet krankzinnig worden,” schreeuwt Charlotte Salomon, nadat ze haar oma onder het raam bewegingloos vond. Laat mij niet hetzelfde lot ondergaan als mijn oma, tante en mijn liefdevolle moeder. Van binnen heb ik misschien wel dezelfde aanleg, maar ik heb de kracht om door te zetten. Dat is nu eenmaal het lot van deze familie, herhaalde haar grootvader steeds. Vergif, uit het raam en het jarenlang proberen, zijn de woorden die haar grootvader haar vertelde. Uit het leven stappen of iets heel krankzinnigs van haar leven maken, en dat was de keuze waar Charlotte voor stond.
Charlotte Salomon wordt geboren in de bruisende stad Berlijn op 16 april 1917. Ze groeit op in een Joods-Duits milieu. Haar ouders Albert Salomon en Franziska Grunwald waren welvarend, en in de eerste jaren van Charlotte haar leven voelde het alsof heel de wereld voor haar voeten lag en er niks te vrezen was. Het vrolijke en veilige gevoel werd snel verstoord toen Franziska, haar moeder, zelfmoord pleegde. Charlotte was toen nog maar negen jaar oud en ze veranderde van een open en levendig persoon naar een gesloten meisje. Charlotte werd in de waan gelaten dat haar moeder was overleden aan de griep. Haar vader hertrouwde met Paula Lindberg, een befaamde operazangeres en zij werd zeer bewonderd door Charlotte. Paula Lindberg kreeg vanaf 1935 zangles van Alfred Wolfsohn, die later een grote hoofdrol kreeg in het levenswerk, Leben? Oder Theater? Ein Singespiel, van Charlotte, waarin hij de naam kreeg Amadeus Daberlohn. Zij hadden samen een bijzondere connectie opgebouwd en Charlotte werd geïnspireerd door zijn werk en theorieën.
In 1933 begon het onrustig te worden in Duitsland aangezien Adolf Hitler als rijkskanselier werd aangesteld. Het Weimarrepubliek werd omgevormd tot het Derde Rijk en de idealen over het nationaalsocialisme groeiden. Charlotte verliet kort hierna de middelbare school. Zij voelde zich niet meer veilig door de toename van het antisemitisme. Zij begon zich te richten op haar passie, namelijk tekenen en schilderen, ze kon hier haar verhaal in kwijt, en zij bleek hier ook gevoel voor te hebben. In 1936 ging zij naar de Academie voor Kunsten in Berlijn wat toen zeer bijzonder was voor iemand met een Joodse afkomst. Nadat zij een anonieme wedstrijd had gewonnen mocht ze de prijs niet in ontvangst nemen omdat ze Joods was. Naar men zegt, heeft Charlotte er zelf voor gekozen de academie na dit onrecht te verlaten.
Na de Kristallnacht in 1938 werd de vader van Charlotte opgepakt. Charlotte kon toen niet meer in Berlijn blijven en er zat niks anders op dan te vluchten naar haar grootouders, Ludwig en Marianne Grünwald in Villefranche-sur-Mer in de omgeving van Nice. Zij woonde in een klein huisje op het landgoed van Ottilie Moore een rijke Amerikaanse, waar ook meerdere vluchtelingenkinderen verbleven. Na een paar weken verruilde zij het landgoed van Moore met een plek in Nice, waarna de geestelijke gezondheid van haar oma verslechterde. Marianne zag geen uitweg meer en nam haar eigen leven. De opa van Charlotte kreeg een uitbarsting waarbij alle verborgen verhalen over haar geliefde familie naar boven kwam. Charlotte kwam er toen achter dat haar moeder zelf uit het leven was gestapt.
In mei 1940 werd Charlotte met haar opa opgepakt door de Fransen toen het Duitse leger Frankrijk binnenviel. Zij werden namelijk door hun Duitse afkomst gezien als vijanden van Frankrijk. Zij werden in het kamp Gurs in Basses-Pyreneeen geplaatst. Door de slechte gezondheid van haar opa, werden zij na een paar maanden vrijgelaten, en reisde zij weer naar Villefranche-sur-Mer. Charlotte verliet na een paar weken deze plek en vervolgde in haar eentje de reis naar pension La Belle Aurore in Saint-Jean Cap-Ferrat. De plek waar zij het welbekende werk heeft gerecreëerd: Leben? Oder Theater? Ein Singespiel.
Helaas moest zij eind 1942 zich weer samenvoegen met haar opa, omdat zij alleen zo, als verzorger, in Frankrijk mocht blijven. In haar brief en haar werk, wordt de band met haar opa beschreven als besmet, onderdrukkend en zelfs beschamend. Om de nachtmerrie van het misbruik te eindigen, ziet Charlotte nog maar één oplossing, haar opa te vergiftigen. Ze tekent hem na, als hij zijn laatste adem uitblaast. Dit gebeurt in februari 1943, hierbij stopt het theaterspel in haar familie.
Charlotte trouwde op 17 juni 1943 met Alexander Nagler. Zij kennen elkaar van hun tijd op het landgoed van Ottilie Moore. Hij was gevlucht uit Oostenrijk door zijn Joodse achtergrond. Het is september 1943, de oorlog woekert door en de achtervolging van Joden krijgt steeds meer de overhand. Charlotte voelde dat ze snel moest zijn en brengt haar levenswerk bij een arts dr. George Moridis. “Bewaar dit goed, het is heel mijn leven”, zegt ze als zij de koffer overhandigt. Het werk was opgedragen aan Ottilie Moore en werd na de oorlog aan haar overhandigd. Charlotte en Alexander worden opgepakt door een aangifte aangezien zij bij hun huwelijk niet stil hebben gehouden dat ze Joods waren. Charlotte wordt op 7 oktober gedeporteerd naar Auschwitz en wordt op 10 oktober gelijk bij aankomst vermoord. Charlotte was toen vijf maanden zwanger.
Het levenswerk Leben oder Theater, bestaat oorspronkelijk uit 1325 gouaches en transparante overlegvellen vol teksten en muziekstukken, maar zijn door Charlotte gefilterd en genummerd naar rond de 800. Het werk heeft een grote indruk achtergelaten, door het bijzondere verhaal, maar ook door de manier van schilderen. Maar waarom heeft zij voor deze stijl en materiaal gekozen? Naar men zegt heeft zij nooit kennis gekregen van de Duitse kunstvorm expressionisme, maar werd ze vooral beïnvloed door de groei in de filmindustrie, waarbij kleur en geluid werden toegevoegd aan dit medium. Als je door haar werk heen bladert wordt het vormgegeven als een spannende en indrukwekkende film die de karakters sterk belicht en de situaties onderstreept en wordt erin gezoomd of uitgezoomd. Door de ironische en snijdende teksten vertelt zij haar verhaal in een duidelijk perspectief en ook een beetje als zelfbescherming. Door de invloed en de bewondering voor haar stiefmoeder en Alfred Wolfsohn wordt het als een zangspel, een opera verteld. Men zegt dat zij ook altijd aan het neuriën was tijdens het schilderen. Vooral het gebruik van alleen de drie primaire kleuren en wit grijpen je aan en vertelt het haar emotie op dat moment van haar leven. Door de kleuren en tinten wordt het verhaal sterk overgebracht, wat toch wel overeenkomt met het Duitse expressionisme. In de negentiende eeuw in Duitsland streefde men vooral naar het combineren van muziek, beeldende kunst en poëzie, dit stroomde door naar de twintigste eeuw. Je zou denken, dat heeft Charlotte het perfect heeft gedaan, maar dit werd niet geaccepteerd omdat zij niet in de Germaanse cultuur paste, als vrouw én met een Joodse afkomst.
De gouaches hebben een vrije aard waarbij vele contourlijnen zijn weggelaten. Naarmate je door het werk heen bladert worden de penseelstrepen vluchtiger en verdwijnen de details, Charlotte merkte dat zij nog weinig tijd had om haar werk te kunnen volbrengen en haar verhaal af te kunnen maken. Het is bijzonder om te zien hoe gedetailleerd zij in het begin te werk ging; zelfs de zelfdoding van haar oma en haar moeder worden in een verschrikkelijk beeld vormgegeven. Zij wilde de beelden van zich afschilderen als verwerking, maar ook om te vertellen en deze te bewaren, wat haar sterke kant laat zien. De zelfdoding in haar familie was een groot familiegeheim en er werd niet over gesproken, zij koos er echter voor om het naar buiten te brengen. De angst en het vluchten waar zij continu mee moest leven worden als een bewegend beeld verteld, met de haat die toentertijd rondzwierf, als een constante factor.
In 1947 overhandigt Moore aan wie het werk is opgedragen, Leben oder Theater, aan Charlotte’s vader en stiefmoeder. In 1961 werden delen van haar werk tentoongesteld in het bijgebouw van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Men zegt dat misschien het feit dat Charlotte, een slachtoffer van een vreselijke tijd, te maken had met dat musea het liever niet wilde en het duurde lang totdat het werk van Charlotte zich los maakte van Joodse/Holocaustkunst. In eerste instantie werd het ook gezien als vergelijking met het dagboek van Anne Frank. In 1971 wordt het werk geschonken aan het Joods Historisch Museum in Amsterdam. Het Joods Historisch Museum heeft in die jaren heel hard gewerkt om het werk onder de aandacht te brengen. De expositie in 1972 van het Joods Historisch Museum, had echter 3000 bezoekers. Hier en daar volgde een paar tentoonstellingen, maar er was nog steeds niet veel interesse.
Ongeveer 40 jaar na haar dood, werd Charlotte door een boek en een speelfilm ontdekt door een wereldwijd publiek. Maar ook daarna hadden diverse musea zoals Guggenheim Museum in New York in 1998, nog steeds het oordeel dat het verhaal te marginaal zou zijn. In het Joods Historisch Museum in Amsterdam is het werk van Charlotte tot op heden niet volledig te zien door de fragiliteit van de werken. Een recente animatiefilm getiteld ‘Charlotte’ van de Canadese regisseurs Eric Warin en Tahir Rana, zou voor een nieuwe welverdiende belangstelling voor het werk van Charlotte kunnen zorgen.
…Of iets heel krankzinnigs ondernemen. Dat heeft Charlotte Salomon zeker gedaan als je kijkt naar haar leven en haar werk. Als vrouw met Joodse afkomst en zo’n intens familieverhaal heeft zij zich staande gehouden, in tijden waarbij zij niemand kon vertrouwen, maar wetend dat haar verhaal verteld moest gaan worden. Niet voor toen, maar ook voor nu. Door haar verhaal in kunst te verwerken met ironische toontjes beschermde zij zichzelf en bleef zij doorzetten, hopend niet hetzelfde lot te ondergaan als haar geliefde vrouwelijke familieleden. Het verhaal van Charlotte moet blijven worden verteld. In hedendaagse stukken, krantenberichten wordt het nog steeds vermeld als holocaustwerk en niet als een levensverhaal. Nog steeds zijn musea en mensen van mening dat het te marginaal zou zijn en linken mensen het oorlogsverhaal aan haar werk en wordt het niet bekeken als autonome kunst. Juist nu, door tijd, afstand, en de groei in besef dat er meer is dan alleen een tragisch verhaal, kunnen wij eindelijk proberen het gehele verhaal in kaart te brengen, en dus ook vooral de sterke en bijzondere kant van Charlotte en vooral de kwaliteit en de waardering van het werk.
Haar verhaal moet herverteld worden, niet als dat van een slachtoffer, maar van een vrouw die zich staande hield in donkere tijden waarbij zelfs haar dichtste familie vijandig was. Een vrouw die haar verhaal vertelt met prachtige werken en kleuren, waar de emotie vanaf spat. Als dit werk met haar sterke verhaal meer zichtbaarheid krijgt, zal het gelaagde verhaal van haar maar ook van andere vrouwelijke kunstenaars uit die tijd meer aandacht en een platform krijgen. Het taboe over het praten over depressie, zelfdoding en misbruik kunnen erdoor verminderen, waardoor de nieuwe generatie meer hun stem kunnen en vooral durven laten horen. Met als voorbeeld een ingetogen vrouw, strijdend naar onafhankelijkheid en liefde.
De nieuwe generatie moet kennis maken met het verhaal van Charlotte Salomon, als sterke en onafhankelijke vrouw, die bleef doorzetten tot het bittere eind. Het moet gezien, beluisterd en doorverteld worden. Zij droeg dit verhaal letterlijk en figuurlijk met zich mee en zij sluit haar levenswerk af met een zelfportret aan het water, schilderend met de tekst “Leben oder Theater” op haar rug
Beeld en film materiaal met dank aan: Joods Historisch Museum
Voor meer informatie verwijs ik u graag door naar: