Biografie

Johanna Helena Herolt, in de literatuur ook wel Johanna Helena Graff genoemd, werd geboren in Frankfurt-am-Main, Duitsland in 1668. Als dochter van de bekende vrouwelijke kunstenaar Maria Sybilla Merian komt Herolt in eerste instantie in de schaduw van haar moeder te staan. Haar moeder drukte, kleurde en verkocht botanische prenten, waar Herolt aan mee hielp. Zo goed zelfs dat haar werk vaak niet van dat van haar moeder te onderscheiden was. Niet alleen haar moeder zat in de schilderkunst, Herolt kwam uit een voornamelijk creatieve familie. Herolts vader, Johann Andreas Graff, was een schilder, tekenaar en graveur. Haar opa, Matthäus Merian de Oudere, was ook graveur.

In 1670 verhuisden Herolt en haar moeder naar Neurenberg, de geboorteplaats van haar vader Johann, waar in 1678 haar zus Dorothea Maria werd geboren. In 1681 keerden Merian en haar twee dochters terug naar Frankfurt om in te trekken bij Merians moeder, omdat haar man net was overleden. Graff kwam zijn gezin later vergezellen. In 1685 vertrokken Herolt en haar zus met hun moeder en grootmoeder naar de labadistengemeenschap in Wieuwerd, Friesland. Graff ging niet mee. Graff heeft verschillende pogingen gedaan om zich weer bij zijn gezin te voegen, maar die waren tevergeefs. Er wordt gedacht dat Herolt haar vader nooit meer heeft gezien na 1685. In 1691 verhuisden moeder en dochters naar Amsterdam. Johanna Graff was toen 22 jaar oud. Hier startte ze samen met haar moeder en zus een botanische prentenhandel.

Werk in Amsterdam

In Amsterdam begonnen de drie vrouwen met hun werkplaats voor botanische prenten. Ook legden ze in Amsterdam twee belangrijke contacten: Caspar Commelin en Agneta Block. Block was een tekenaar, papierkunstenaar, verzamelaar van kunst en botanicus. Haar collectie van planten en vogels liet ze door diverse kunstenaars documenteren. Ze onderhield voor haar tuin onder meer contacten met Jan Commelin, de neef van Caspar Commelin. Caspar Commelin en zijn neef Jan waren beiden botanici, Caspar zette het werk van zijn oom voort en ging verder  met de Hortus botanicus in Amsterdam die zijn oom Jan had opgericht.

Herolt heeft voor Block en Commelin verschillende opdrachten uitgevoerd, zo werd zij gevraagd om bij te dragen aan een catalogus van zeldzame planten in de collectie van de Amsterdamse Hortus Botanicus (afb. 1). Het project voor de catalogus werd geleid door Jan Moninckx. Onder de vele illustraties in de Moninckx Atlas zijn er ook een paar gemaakt door Herolt. Voor Block heeft Herolt samen met haar moeder verscheidene schilderingen van planten en vruchten gemaakt voor het bloemenboek van Block.

Afbeelding 1.
Afbeelding 2.

Samenwerking met haar moeder

Herolt leerde hoogstwaarschijnlijk de kunst van haar moeder. De twee werkten zo nauw samen dat Herolts werk nauwelijks van dat van haar moeder te onderscheiden was. Merian leerde Herolt hoe ze met verf de bloembladeren op papier tot leven kon brengen. Omdat ze voor haar moeder werkte, stond Merians handtekening op veel van haar werken. Ze signeerden samen, en soms ook individueel van elkaar. Er zijn zeker stijlverschillen tussen de twee te ontdekken. Herolt besteedde minder aandacht aan de natuurgetrouwheid van de bloem en liet zich meer leiden door de esthetische waarde van de natuur. Zo schilderde Herolt met meer en levendige kleuren en liet de mooie kant van bloemen zien. Haar moeder liet ook de minder mooie delen van de bloem zien. Door dit verschil in stijl is het waarschijnlijk dat Herolt uit de schaduw van haar moeder wilde stappen, en zichzelf ook wilde ontwikkelen in de botanische kunsten. Het maken van deze botanische prenten was een lucratieve bezigheid, botanische thema’s waren toen in opkomst. Misschien dat moeder en dochters daarom deze bezigheid onderhielden.

Herolt en haar moeder schilderden de flora en fauna op een blanco achtergrond. Dit werd gedaan om niks weg te nemen van de plant of het insect in kwestie, een achtergrond zou namelijk afleiden van waar het echt om draait. In de vroege moderne tijd werd er van vrouwen verwacht dat ze alleen planten en dieren zouden schilderen en tekenen. Vrouwen werden als niet geschikt geacht voor het schilderen van een historiestuk. Herolt hield zich aan wat er van haar werd verwacht in die tijd.

Herolt wist hoe ze de planten op zo’n manier moest plaatsen dat ze de meeste impact zouden hebben op de kunstliefhebber. Op een paar kunstwerken kun je het voortplantingsmechanisme van de bloem zien, wat toen taboe was in de schilderkunst (afb. 2). Ze wilde vooruitstrevend zijn en uit de schaduw van haar moeder stappen. De kleuren zijn levendig en het detail in de bloem laat zien hoe mooi de natuur kan zijn. De ongewone structuur in de bladeren geeft het kunstwerk een natuurlijke blik, en laat het lijken alsof het een foto is van een bloem.

Tijd in Suriname

In 1692 trouwde Herolt met Jacob Hendrik Herolt, wiens achternaam zij overnam. Jacob Herolt was een labadist en koopman. Nadat ze trouwden kreeg hij een baan aangeboden in Suriname. Vanaf 1711 woonde Herolt samen met haar man in Suriname. Daar verzamelde zij, waarschijnlijk in opdracht van haar moeder, reptielen, vissen en insecten die ze aan verzamelaars in Europa verkocht. Ook bestudeerde en schilderde zij insecten en planten. Toen haar moeder in 1714, als gevolg van een beroerte, gedeeltelijk verlamd raakte, keerde ze voor korte tijd terug naar Amsterdam, waar zij onder haar moeders naam verder geschilderd zou hebben. Een aantal afbeeldingen van Johanna Herolt schijnt zonder naamsvermelding opgenomen te zijn in publicaties van haar beroemde moeder. Enkele werken, zoals een blad met drie muizen en afbeeldingen van verschillende bloemen, takken en insecten (afb 3.), dragen de handtekening van zowel moeder als dochter.

Afbeelding 3.

Herolt stierf in 1730 in Paramaribo, vijftien jaar na haar echtgenoot. Ze wordt beschouwd als een van de belangrijkste navolgers van Maria Sibylla Merian. Als een zeer kundig schilderes van planten deed ze het bijna of net zo goed als haar moeder.

Een serie van 49 werken door Johanna Helena Herolt is in de collectie van het Herzog Anton Ulrich Museum in Braunschweig, Duitsland te vinden. Deze serie is waarschijnlijk in opdracht van Agneta Block gemaakt. Veel andere tekeningen en schilderingen van haar zijn te vinden in de collectie van het British Museum in London, Engeland.

Ze leerde van haar moeder nauwkeurig te werken en te observeren, ook leerde ze de juiste anatomie van planten en dieren te gebruiken. Ze wist los te komen van de stijl van haar moeder en hier een eigen handel voor te starten in Amsterdam, maar ook in Paramaribo. Ze focuste zich meer op de esthetische waarde van bloemen en planten, wat haar kunst levendiger maakt dan die van haar moeder, die meer bezig was met de natuurgetrouwheid van de natuur. Daarentegen is Herolt in vergelijking met haar moeder een stuk minder bekend geworden, maar heeft ze wel veel bijgedragen aan het botanische onderzoek in Nederland door haar eerder genoemde opdrachten die ze heeft uitgevoerd voor bekende botanici in Amsterdam.

Referenties

  • Allard Pierson, ‘Moninckx Atlas’, https://allardpierson.nl/collecties/natuurlijke-historie/moninckx-atlas/.
  • Dumas, C., Kleur en raffinement: tekeningen uit de Unicorno collectie. Zwolle: Uitgeverij Waanders, 1994.
  • Google Arts & Culture, ‘Johanna Helena Herolt’, https://artsandculture.google.com/entity/johanna-helena-herolt/m0k9bms3.
  • ING Project (Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, ‘Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland’, (versie 3 november 2022), https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/graff.
  • Noorman, J., Gouden vrouwen van de 17de eeuw. Zwolle: Uitgeverij WBOOKS, 2020.
  • ‘Ontdek tekenaar Johanna Helena Herolt’, (versie 25 november 2022), https://rkd.nl/nl/explore/artists/37866.
  • ‘Explore’, https://rkd.nl/nl/explore/images#query=johanna+helena+herolt.